vondst
Nederlands
Woordafbreking
- vondst
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘het vinden, het gevondene’ voor het eerst aangetroffen in 1844 [1]
- Naamwoord van handeling van vinden met het achtervoegsel -st
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vondst | vondsten |
verkleinwoord | vondstje | vondstjes |
Zelfstandig naamwoord
vondst v
- iets dat vaak door goed geluk gevonden wordt, vaak op een archeologische site
- De vondst van de muurtekening bewees het prehistorisch leven in de regio.
Gangbaarheid
- Het woord vondst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vondst' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.