vochten
Nederlands
Woordafbreking
- voch·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vochten |
vochtte |
gevocht |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vechten |
vochten
- meervoud verleden tijd van vechten
- Wij vochten.
- Jullie vochten.
- Zij vochten.
- Wij vochten.
Gangbaarheid
- Het woord vochten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vochten' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.