vliegend

Nederlands

Uitspraak

Geluid: vliegend (hulp, bestand)
IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈvli.χənt/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈvli.ɣənt/
- (Limburg): /ˈvli.ɣənd/

Woordafbreking

vlie·gend

	stellend
onverbogen	vliegend
verbogen	vliegende
partitief	vliegends

Bijvoeglijk naamwoord

vliegend [1]

Hyponiemen

hoogvliegend, niet-vliegend, opvliegend

Afgeleide begrippen

vliegende vis

Uitdrukkingen en gezegden

Een vliegende vogel heeft altijd meer dan een zittende

iemand die veel buitenkomt krijgt altijd meer dan iemand die thuis blijft zitten

Vertalingen

1.

Spaans: volador ^(es)

Werkwoord

vervoeging van
vliegen

vliegend

onvoltooid deelwoord van vliegen

Gangbaarheid

Het woord vliegend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vliegend' herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.