virulent

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vi·ru·lent
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘venijnig’ voor het eerst aangetroffen in 1690 [1]
  • van het Frans [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen virulentvirulentervirulentst
verbogen virulentevirulenterevirulentste
partitief virulentsvirulenters-

Bijvoeglijk naamwoord

virulent [3]

  1. (medisch) met het vermogen tot het aanrichten van schade, kwaadaardig
  2. krachtig werkend
Afgeleide begrippen
  • virulentie
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord virulent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
69 %van de Nederlanders;
73 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.