vibrator

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vi·bra·tor
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het me Latijn, in de betekenis van ‘trillend lichaam’ voor het eerst aangetroffen in 1906 [1]
  • Naamwoord van handeling van vibreren met het achtervoegsel -ator [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord vibrator vibratoren
vibrators
verkleinwoord vibratortje vibratortjes

Zelfstandig naamwoord

vibrator m [3]

  1. apparaat dat mechanische trillingen voortbrengt
  2. staafvormig toestel (dildo) met batterij en motor dat trilt voor sensuele prikkeling
    • Het is een klassieke vibrator die werd omgetoverd tot een absolute clitorisstimulator 
Hyponiemen
  • staafvibrator
Afgeleide begrippen
  • vibratorisch

Gangbaarheid

  • Het woord vibrator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.