verwaten
Nederlands
Woordafbreking
- ver·wa·ten
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘trots’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1679 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | verwaten | verwatener | verwatenst |
verbogen | verwatenste | ||
partitief | verwatens | verwateners | - |
Bijvoeglijk naamwoord
verwaten
- (verouderd) verdoemd, vervloekt, verbannen
- Diversche ketteren voortyden verdomt ende verwaten.
- (verouderd) laatdunkend
- hautain, arrogant
Opmerkingen
- De moderne betekenis is sinds de tweede helft 18e eeuw bekend en mogelijk ontstaan naar analogie van verwaand.
Gangbaarheid
- Het woord verwaten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verwaten' herkend door:
19 % | van de Nederlanders; |
13 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.