vervloekt

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·vloekt
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van vervloeken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
vervloeken

vervloekt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vervloeken
    • Jij vervloekt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vervloeken
    • Hij vervloekt. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van vervloeken
    • Vervloekt! 
  4. voltooid deelwoord van vervloeken

Tussenwerpsel

vervloekt

  1. (krachtterm) drukt verontwaardiging of boosheid uit
    • Vervloekt, dat zet ik je betaald! 
stellend
onverbogen vervloekt
verbogen vervloekte
partitief vervloekts

Bijvoeglijk naamwoord

vervloekt

  1. (krachtterm) waar men boze gevoelens over koestert
    • Die vervloekte kerel moet me dat niet nog een keer flikken! 

Gangbaarheid

  • Het woord vervloekt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.