verwachten
Nederlands
Woordafbreking
- ver·wach·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verwachten |
verwachtte |
verwacht |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
verwachten
- inergatief ergens van uitgaan, iets als vooronderstelling aannemen
- Hij verwachtte dat er een taxi voor hem klaar zou staan.
Vertalingen
1. ergens vanuit gaan
Gangbaarheid
- Het woord verwachten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verwachten' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.