vervloeken
Nederlands
Woordafbreking
- ver·vloe·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vervloeken |
vervloekte |
vervloekt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
vervloeken
- overgankelijk een vloek over iemand of iets uitspreken
- Job vervloekte de dag dat hij geboren was.
Gangbaarheid
- Het woord vervloeken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vervloeken' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.