verslechteren
Nederlands
Woordafbreking
- ver·slech·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verslechteren |
verslechterde |
verslechterd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
verslechteren
- ergatief slechter worden, achteruitgaan
- De humanitaire situatie verslechtert per maand.
- overgankelijk slechter maken
- De sombere stemming werd verslechterd door tegenvallende cijfers over de economische groei in 's werelds grootste economie.
Gangbaarheid
- Het woord verslechteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verslechteren' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.