verrekenen
Nederlands
Woordafbreking
- ver·re·ke·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verrekenen |
verrekende |
verrekend |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
verrekenen [1]
- overgankelijk Tegen elkaar wegstrepen van vorderingen die partijen over en weer op elkaar hebben
- wederkerend zich ~: zich vergissen bij het rekenen
Gangbaarheid
- Het woord verrekenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verrekenen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.