verrekenen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·re·ke·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verrekenen
verrekende
verrekend
zwak -d volledig

Werkwoord

verrekenen [1]

  1. overgankelijk Tegen elkaar wegstrepen van vorderingen die partijen over en weer op elkaar hebben
  2. wederkerend zich ~: zich vergissen bij het rekenen
Afgeleide begrippen
  • verrekenbaar, verrekening, verrekenkas, verrekenpakket, verrekenprijs

Gangbaarheid

  • Het woord verrekenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.