verloop
Nederlands
Woordafbreking
- ver·loop
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verloop | verlopen |
verkleinwoord | verloopje | verloopjes |
Zelfstandig naamwoord
verloop o
- het weggaan van werknemers
- Bij sommige bedrijven is het verloop erg hoog.
- overgang tussen twee delen
- Zonder verloop kunnen die twee slangen niet op elkaar aangesloten worden.
- de manier waarop een proces zich voltrekt
- Het verloop van de onderhandelingen was erg stroef.
Hyponiemen
|
|
|
|
|
Afgeleide begrippen
|
|
|
|
|
Vertalingen
- Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
te controleren vertalingen
|
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verlopen |
verloop
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verlopen
- Ik verloop.
- gebiedende wijs van verlopen
- Verloop!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verlopen
- Verloop je?
Gangbaarheid
- Het woord verloop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verloop' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.