verkneukelen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·kneu·ke·len
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘(zich...) zich stiekem verheugen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1812 [1]
  • afgeleid van kneukelen met het voorvoegsel ver- [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verkneukelen
verkneukelde
verkneukeld
zwak -d volledig

Werkwoord

verkneukelen

  1. stilletjes in je vuistje lachen vaak uit leedvermaak
    • Hij verkneukelde zich al om de verbazing die zijn komst zou veroorzaken. 

Gangbaarheid

  • Het woord verkneukelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.