veren

Nederlands

Uitspraak
naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
verenverend
veringgeveerd
Woordafbreking
  • ve·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
veren
veerde
geveerd
zwak -d volledig

Werkwoord

veren

  1. absoluut schokken opvangen
    • Mijn voorvork veerde op een gegeven moment niet meer, die moet dus op wat kortere termijn vervangen worden. 
Afgeleide begrippen
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen

Bijvoeglijk naamwoord

veren

  1. met veren (lichaamsbedekking van een vogel) vervaardigd

Zelfstandig naamwoord

veren mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord veer

Gangbaarheid

  • Het woord veren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Turks

Zelfstandig naamwoord

veren

  1. gever, schenker
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.