verdeler
Nederlands
Woordafbreking
- ver·de·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verdeler | verdelers |
verkleinwoord | verdelertje | verdelertjes |
Zelfstandig naamwoord
verdeler m
- iemand die of iets dat verdeelt
Hyponiemen
- alleenverdeler, laagverdeler, spelverdeler, stroomverdeler, vlamverdeler, warmteverdeler
Afgeleide begrippen
- verdeleras, verdelerhuis, verdelerkap
Gangbaarheid
- Het woord verdeler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verdeler' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.