verdek
Nederlands
Woordafbreking
- ver·dek
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verdekken |
verdek
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdekken
- Ik verdek.
- gebiedende wijs van verdekken
- Verdek!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdekken
- Verdek je?
Gangbaarheid
- Het woord 'verdek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.