verbonden
Nederlands
Woordafbreking
- ver·bon·den
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van verbinden: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling i-o (IPAː /ɪ/ - /ɔ/)
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verbinden |
verbonden
- meervoud verleden tijd van verbinden
- Wij verbonden.
- Jullie verbonden.
- Zij verbonden.
- Wij verbonden.
- voltooid deelwoord van verbinden
- Maar het waren onze levens, ze waren met elkaar verbonden en ik ben zo bang ze kwijt te raken. Ik raak jullie langzaam maar zeker kwijt. [1]
Gangbaarheid
- Het woord verbonden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verbonden' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.