verabsoluteren
Nederlands
Woordafbreking
- ver·ab·so·lu·te·ren
Werkwoord
verabsoluteren [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verabsoluteren |
verabsoluteerde |
verabsoluteerd |
zwak -d | volledig |
- iets absoluut maken, iets belangrijker maken dan het eigenlijk is
- De verabsolutering van de wachtlijsten vind ik niet goed. Tussen de Kamer en de minister gaat het om de vraag hoe lang de wachtlijsten zijn op 1 januari. Maar de Haagse politieke praktijk doet soms geen recht aan wat er hier aan de hand is. [2]
- Ach, je moet wat je doet niet verabsoluteren. Veel mensen kunnen niet zonder hun ambt. Dingen komen en gaan ook weer voorbij. [3]
- De "boze burger" wil niet minder herkenbare tradities, niet minder waarden en normen. "Zij willen meer", aldus CDA-leider Sybrand Buma. Het verabsoluteren van vrijheid en gelijkheid en een "vals" vooruitgangsdenken hebben de "gewone" Nederlander volgens hem verweesd achtergelaten. [4]
Gangbaarheid
- Het woord verabsoluteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Het Parool 17 september 2009 opvangen-van-crisis-zal-amsterdam-hard-treffen
- HP de Tijd J. Jansen 1 april 2011 ‘Op populisme hebben we geen antwoord’
- HP de Tijd 4 september 2017 Buma: ‘boze burger’ wil meer normen en waarden
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.