veldwerk
Nederlands
Woordafbreking
- veld·werk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van veld en werk [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | veldwerk | veldwerken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
veldwerk o [2]
- het verzamelen van onderzoeksgegevens dat doorgaans buiten plaatsvindt en waarvan de resultaten vaak op kantoor worden geanalyseerd en verwerkt
- Toch staan de twee dikke delen die de Duitse erfelijkheidsonderzoeker Ernst Rodenwaldt begin vorige eeuw op basis van eigen veldwerk schreef over Die Mestizen auf Kisar (1928), bij de meeste families op een ereplaats. Wie belangstelling toont laten ze trots de sepia foto’s zien die de professor maakte van hun voorouders. Nu bestudeert de Leidse linguïst Aone van Engelenhoven deze kleine gemeenschap en hij schreef erover in het boek ‘Vêrlander’. Verschillende ‘mestiezen’ lieten zich voor het project portretteren. [3]
Gangbaarheid
- Het woord veldwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'veldwerk' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- veldwerk op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Dirk Vlasblom 13 januari 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.