veldweg
Nederlands
![](../I/m/Veldweg_Batsheers_-_panoramio.jpg)
veldweg
Woordafbreking
- veld·weg
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van veld zn en weg zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | veldweg | veldwegen |
verkleinwoord | veldwegje veldweggetje |
veldwegjes veldweggetjes |
Zelfstandig naamwoord
veldweg m [1]
- onverharde weg buiten de bebouwde kom
- De man ijvert er al jaren voor afgesloten en verdwenen paden en veldwegen in de gemeente opnieuw open te stellen. Landbouwers palmen weggetjes in. Andere paadjes raken overwoekerd door onkruid of een omheining verspert de weg.[2]
- Een 32-jarige exhibitionist had bepaald geen mazzel toen hij zich op een veldweggetje in Wiesbaden naakt voor een voorbijrijdende vrouw wierp. Zijn slachtoffer bleek namelijk een politievrouw in burger die na haar dienst op weg was naar huis, aldus de Frankfurter Allgemeine Zeitung woensdag.[3]
Gangbaarheid
- Het woord veldweg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'veldweg' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Telegraaf 05 dec. 2012 Belg krijgt geld voor slechte wandelpaden
- de Telegraaf 01 jul. 2015 Naaktloper gooit zich voor politievrouw
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.