vastomlijnd
Nederlands
Woordafbreking
- vast·om·lijnd
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vast bw en omlijnd bn
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | vastomlijnd | vastomlijnder | vastomlijndst |
verbogen | vastomlijnde | vastomlijndere | vastomlijndste |
partitief | vastomlijnds | vastomlijnders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
vastomlijnd [1]
- van plannen dat ze heel duidelijk zijn
- Dus denkt ze na over de toekomst. Niet te ver, een vastomlijnd plan is er niet. "Ik wil mijn brein bezighouden en niet aan één ding vastzitten, dan sluit ik andere uit." Ze doet van alles naast het hockey. Ze geeft als 'redelijk bekende Nederlander', zoals ze zichzelf noemt, motiverende speeches bij bedrijven. Ze is weleens model, vaak in weinig verhullende sportkleding. [2]
- CCN, dat al locaties heeft in Amsterdam, heeft het personeel geen vastomlijnd plan gepresenteerd, maar het zou gaan om een overname van het gebouw en een substantieel deel van de zorg. CCN is ook betrokken bij een mogelijke doorstart van de eveneens failliete IJsselmeerziekenhuizen, die ook in handen waren van Loek Winter. Deze doorstart heeft al geleid tot onrust en debat, tot in de Tweede Kamer aan toe. [3]
Gangbaarheid
- Het woord vastomlijnd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vastomlijnd' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia M. Dado 5 september 2015 Recepten van hockeyer Ellen Hoog: Alles moet altijd nóg beter
- Tubantia 9 noevmber 2018 Kandidaat overname MC Slotervaart dient zich aan
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.