valling
Nederlands
Woordafbreking
- val·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van vallen met het achtervoegsel -ing. De figuurlijke betekenis komt voort uit de leer van de lichaamssappen (die teruggaat op Hippokrates van Kos): het slijm (in het Grieks phlegma) "valt" als snot of fluimen "neer" uit de hersenen, waar het thuis hoort.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | valling | vallingen |
verkleinwoord | vallinkje | vallinkjes |
Zelfstandig naamwoord
valling v
- (Zuidnederlands) een virusinfectie van de neus of keel
- Hij had onlangs een zware valling.
Gangbaarheid
- Het woord valling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'valling' herkend door:
39 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.