vaar aan
Nederlands
Woordafbreking
- vaar aan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanvaren |
vaar aan
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvaren
- Ik vaar aan.
- gebiedende wijs van aanvaren
- Vaar aan!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvaren
- Vaar je aan?
Gangbaarheid
- Het woord vaar aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.