uzi

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uzi    (hulp, bestand)
  • IPA: /'uzi/
Woordafbreking
  • uzi
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Modern hebreeuws, in de betekenis van ‘machinepistool’ voor het eerst aangetroffen in 1977 [1]
  • Herkomst: Hebreeuws [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord uzi uzi's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

uzi v/m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) Israëlisch machinepistool, ontwikkeld door Uziël Gal
Verwante begrippen
  • Oezi

Gangbaarheid

  • Het woord uzi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
77 %van de Nederlanders;
69 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.