uzi
Nederlands
Woordafbreking
- uzi
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Modern hebreeuws, in de betekenis van ‘machinepistool’ voor het eerst aangetroffen in 1977 [1]
- Herkomst: Hebreeuws [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uzi | uzi's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
uzi v/m
- (Jiddisch-Hebreeuws) Israëlisch machinepistool, ontwikkeld door Uziël Gal
Verwante begrippen
- Oezi
Gangbaarheid
- Het woord uzi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uzi' herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "uzi" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.