uitspuwen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·spu·wen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitspuwen
spuwde uit
uitgespuwd
zwak -d volledig

Werkwoord

uitspuwen [1]

  1. overgankelijk door spuwen uit de mond verwijderen
Afgeleide begrippen
  • uitspuwing, uitspuwsel

Gangbaarheid

  • Het woord uitspuwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.