uitschijten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uitĀ·schijĀ·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitschijten
scheet uit
uitgescheten
klasse 1 volledig

Werkwoord

uitschijten [1]

  1. overgankelijk (vulgair) door schijten verwijderen uit, poepen
  2. overgankelijk (vulgair) uitkotsen
Afgeleide begrippen
  • uitschijter

Gangbaarheid

  • Het woord uitschijten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.