uitlezen
Nederlands
Woordafbreking
- uit·le·zen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit bw en lezen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitlezen |
las uit |
uitgelezen |
klasse 5 | volledig |
Werkwoord
uitlezen
- overgankelijk lezen tot het verhaal afgelopen is
- Ik las het boek in één ruk uit.
- overgankelijk ergens digitale gegevens uithalen
- Op mijn slimme meter zit een knop om de data uit te lezen.
- Als op je dashboard een lampje begint te branden, dan kan de dealer de foutcode uitlezen en de storing verhelpen.
Gangbaarheid
- Het woord uitlezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uitlezen' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.