uitgekookt

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·ge·kookt
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘sluw’ voor het eerst aangetroffen in 1948 [1]
  • vervoeging van uitkoken: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van  uit bw  en  gekookt ww  [2]

Werkwoord

vervoeging van
uitkoken

uitgekookt

  1. voltooid deelwoord van uitkoken
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen uitgekooktuitgekookteruitgekooktst
verbogen uitgekookteuitgekooktereuitgekooktste
partitief uitgekooktsuitgekookters-

Bijvoeglijk naamwoord

uitgekookt

  1. moeilijk om te slim af te zijn
    • De uitgekookte bedrieger was er met het geld van door. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord uitgekookt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.