uitgebracht
Nederlands
Woordafbreking
- uit·ge·bracht
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van uitbrengen: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van uit bw en gebracht ww
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitbrengen |
uitgebracht
- voltooid deelwoord van uitbrengen
stellend | |
---|---|
onverbogen | uitgebracht |
verbogen | uitgebrachte |
partitief | uitgebrachts |
Bijvoeglijk naamwoord
uitgebracht
- eenmalig met de nodige nadruk gepresenteerd
- (van boeken, platen, games en dergelijke) door een producent voor brede afzet aan het publiek aangeboden
Uitdrukkingen en gezegden
- uitgebrachte stem
- door de kiezer onomkeerbaar vastgelegde voorkeur
- uitgebracht beroep
- uitnodiging door een protestante kerkgemeente om hun dominee te worden
Gangbaarheid
- Het woord uitgebracht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.