uitblinken
Nederlands
Woordafbreking
- uit·blin·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit bw en blinken ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitblinken |
blonk uit |
uitgeblonken |
klasse 3 | volledig |
Werkwoord
uitblinken
- inergatief ~ in uitzonderljk goed presteren
- Hij blonk vooral uit in wiskunde.
- Omdat ze een vrij klassiek beeld had van de oorlog was ze er snel van overtuigd dat Albert 'met zijn intelligentie' na korte tijd zou uitblinken, promotie zou maken en ze zag hem al in de voorste linie in de aanval gaan. Ze stelde zich voor dat hij een heldendaad verrichtte, meteen officier werd, kapitein, commandant of meer nog, generaal, die dingen gebeuren tijdens de oorlog. [1]
Gangbaarheid
- Het woord uitblinken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uitblinken' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.