turnhal

Nederlands

turnwedstrijd in een turnhal
Uitspraak
Woordafbreking
  • turn·hal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord turnhal turnhallen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

turnhal v/m

  1. een grote gymnastiekzaal met turnapparatuur en tribunes voor publiek
    • De tijdelijke turnhal die in Tokio moet verrijzen voor de Olympische Spelen en Paralympische Spelen van 2020, gaat meer dan twee keer zo veel kosten als begroot.[1] 
    • Hambüchen: 'Ik ben met een maat van mij nog een keer naar de turnhal gelopen om de rekstok te fotograferen. Toen kwam het idee op: 'Hé man, je moet dat ding kopen'. Het zou onzinnig zijn om het hier te laten staan.[2] 
    • De geest van de excentrieke turncoach, die vorige maand geleden op 69-jarige leeftijd overleed, waarde op de openingsdag van Rio 2016 door de olympische turnhal. Als zijn credo One Team One Goal ooit opgeld deed, dan was het deze zaterdag wel.[3] 

Gangbaarheid

  • Het woord turnhal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. de Telegraaf 16 nov. 2016
  2. de Telegraaf 17 aug. 2016
  3. de Telegraaf LUUK BLIJBOOM 08 aug. 2016
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.