tunnelbak
Nederlands
tunnelbak
Woordafbreking
- tun·nel·bak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tunnel zn en bak zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tunnelbak | tunnelbakken |
verkleinwoord | tunnelbakje | tunnelbakjes |
Zelfstandig naamwoord
tunnelbak m
- bak waardoor men verkeer geleidt op een niveau dat lager is dan het maaiveld, met een al dan niet geheel gesloten dak
- Op de Verlengde Holterstraatweg in Rijssen heeft zondag een eenzijdig ongeval plaatsgevonden. Het ongeval gebeurde in de tunnelbak. [1]
- De bewoners van enkele verderop gelegen huizen aan de Piet Heinweg ondervinden al jaren overlast van het treinverkeer in de tunnelbak. [2]
- Nu de werkzaamheden voor het verkeersveiliger maken van de tunnelbak bijna zijn afgerond, komt de wijkvereniging aan bod. Die had een plan ontwikkeld om de tunnel te verfraaien, en dat wordt binnenkort uitgevoerd. [3]
Gangbaarheid
- Het woord tunnelbak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tunnelbak' herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
55 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Tubantia Joost Dijkgraaf 23-09-18 Ongeluk in tunnel in Rijssen
- Tubantia Han Haveman 30-07-18 Woningbouw Nijverdal: ProRail waarschuwt voor trillingen
- Tubantia Alice Plekkenpol 16-08-18, Tunnel Borne krijgt sfeervolle panelen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.