troglodiet
Nederlands
monument voor troglodieten
Woordafbreking
- trog·lo·diet
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid via het Latijnse trōglodyta van het Oudgriekse τρωγλοδύτης.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | troglodiet | troglodieten |
verkleinwoord | troglodietje | troglodietjes |
Zelfstandig naamwoord
troglodiet m
- een mens die in grotten (of holen) leeft
- Troglodieten woonden in grotten.
- (pejoratief) een dom, bruut persoon
- Wat is hij een ongelofelijke troglodiet.
Gangbaarheid
- Het woord troglodiet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'troglodiet' herkend door:
27 % | van de Nederlanders; |
44 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.