troglodiet

Nederlands

monument voor troglodieten
Uitspraak
Woordafbreking
  • trog·lo·diet
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid via het Latijnse trōglodyta van het Oudgriekse τρωγλοδύτης.
enkelvoud meervoud
naamwoord troglodiet troglodieten
verkleinwoord troglodietje troglodietjes

Zelfstandig naamwoord

troglodiet m

  1. een mens die in grotten (of holen) leeft
    • Troglodieten woonden in grotten. 
  1. (pejoratief) een dom, bruut persoon
    • Wat is hij een ongelofelijke troglodiet. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord troglodiet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
27 %van de Nederlanders;
44 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.