treuzelig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • treu·ze·lig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen treuzeligtreuzeligertreuzeligst
verbogen treuzeligetreuzeligeretreuzeligste
partitief treuzeligstreuzeligers-

Bijvoeglijk naamwoord

treuzelig

  1. op een langzame, trage, treuzelende manier
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord treuzelig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.