trendwatcher
Nederlands
Woordafbreking
- trend·wat·cher
Zelfstandig naamwoord
trendwatcher m
- (beroep) iemand die observeert wat in de mode is en probeert te voorspellen wat in de mode komt
- Trendwatcher Vincent van Dijk heet ons welkom bij deze 'korte vakantie van twee uur'. En hij heeft goed nieuws: "Chardonnay mag weer. We beginnen een positieve campagne, zodat je weer schaamteloos chardonnay kunt bestellen, zonder je te verstoppen voor je wijnvrienden."[2]
- Volgens trendwatcher Mabel Nummerdor is de Zomerweek niet voor niets een vast item op de festivalkalender. Het haakt prachtig aan op verschillende trends. De multi-generatietrend bijvoorbeeld. "We gaan steeds vaker met familieleden op stap. Dat zie je niet alleen bij festivals maar ook bij reizen."[3]
- Dat ziet ook trendwatcher en ‘Mister Cocktail’ Albert van Beeck Calkoen. ,,Consumenten nemen geen genoegen meer met mainstream-producten.[4]
Hyponiemen
- voedseltrendwatcher
Gangbaarheid
- Het woord trendwatcher staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'trendwatcher' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- trendwatcher op website: Etymologiebank.nl
- Het Parool H. van der Beek 11 mei 2018 Op alleen chardonnay kun je niet leven
- Tubantia E. Oomen 20 mei 2018 'Op het perron hoor je al: goh, gaan jullie ook weer?
- Tubantia Licor 43 05-05-18 Het nieuwe mannendrankje van Licor 43: de Baristo
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.