trek partij
Nederlands
Woordafbreking
- trek par·tij
Woordherkomst en -opbouw
- uit trek (werkwoord) en partij (zelfstandig naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
partijtrekken |
trek (…) partij
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van partijtrekken
- Ik trek partij.
- gebiedende wijs van partijtrekken
- Trek partij!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van partijtrekken
- Trek je partij?
Gangbaarheid
- Het woord trek partij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.