transleren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trans·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
transleren
transleerde
getransleerd
zwak -d volledig

Werkwoord

transleren

  1. overgankelijk (wiskunde), (kristallografie) een schuivende beweging maken
    • Een eenheidsvector is een operatie die een punt transleert over een bepaalde afstand in een bepaalde richting. 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'transleren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.