transfer
Nederlands
Woordafbreking
- trans·fer
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘overdracht’ voor het eerst aangetroffen in 1912 [1]
- (met het voorvoegsel trans-) [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | transfer | transfers |
verkleinwoord | transfertje | transfertjes |
Zelfstandig naamwoord
transfer m/o
- overdracht
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
|
Gangbaarheid
- Het woord transfer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'transfer' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.