traktaat

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trak·taat
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘verhandeling, verdrag’ voor het eerst aangetroffen in 1437 [1]
  • Naamwoord van handeling van trakteren met het achtervoegsel -aat [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord traktaat traktaten
verkleinwoord traktaatje traktaatjes

Zelfstandig naamwoord

traktaat o

  1. een overeenkomst tussen staten of andere politieke machten
    • Er werd een traktaat samengesteld door de staten. 
  1. een verhandeling
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord traktaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
79 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.