tortel
Nederlands
Woordafbreking
- tor·tel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tortel | tortels |
verkleinwoord | torteltje | torteltjes |
Hyponiemen
- Turkse tortel, zomertortel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
tortelen |
tortel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tortelen
- Ik tortel.
- gebiedende wijs van tortelen
- Tortel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tortelen
- Tortel je?
Gangbaarheid
- Het woord tortel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tortel' herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.