toegankelijkheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: toegankelijkheid (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /tuˈχɑŋkələkɦɛɪ̯t/
- (Vlaanderen, Brabant): /tuˈɣɑŋkələkɦɛːt/
- (Limburg): /tuˈɣɑŋkəlɪkhɛɪ̯d/
Woordafbreking
- toe·gan·ke·lijk·heid
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van toegankelijk met het achtervoegsel -heid.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toegankelijkheid | toegankelijkheden |
verkleinwoord | (toegankelijkheidje) | (toegankelijkheidjes) |
Zelfstandig naamwoord
toegankelijkheid v
- de mate waarin het mogelijk is toegang tot iets te krijgen
- Dit bevordert de toegankelijkheid tot dit gebouw.
- (informatica) de mogelijkheden die een gebruiker of moderator heeft om invloed uit te oefenen op de werking van de software
- Een moderator heeft meer toegankelijkheden dan een gewone gebruiker.
Gangbaarheid
- Het woord toegankelijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.