tienen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tie·nen

Zelfstandig naamwoord

tienen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tien
    • Hij had nog nooit tienen gehad op zijn rapport. 

Zelfstandig naamwoord

tienen

  1. datief van tien, na voorzetsels bij tijdsaanduidingen
    • Het was al bij tienen. 
Uitdrukkingen en gezegden
  • Zij waren met zijn tienen.
Zij waren tien in getal.

Gangbaarheid

  • Het woord tienen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
tener

tienen

  1. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van tener
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.