thesaurier

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • the·sau·rier
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘penningmeester’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1551 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord thesaurier thesauriers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

thesaurier m [3]

  1. (beroep) beheerder van de financiën
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • thesaurier-generaal, thesaurierschap
Verwante begrippen
  • mannelijke vorm van thesauriere

Gangbaarheid

  • Het woord thesaurier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
61 %van de Nederlanders;
76 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.