terminatief
Nederlands
Woordafbreking
- ter·mi·na·tief
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van terminatie met het achtervoegsel -ief
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | terminatief | terminatieven |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
terminatief m
- (taalkunde) een naamval die in het Nederlands omschreven zou worden met "tot aan"
- Het Baskisch kent een terminatief.
Bijvoeglijk naamwoord
terminatief
- (taalkunde) begrensd door een einde
- "Een appel eten" is terminatief; "een kar duwen" niet-terminatief.
Gangbaarheid
- Het woord 'terminatief' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.