terecht
Nederlands
Woordafbreking
- te·recht
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | terecht | terechter | terechtst |
verbogen | terechte | terechtere | terechtste |
partitief | terechts | terechters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
terecht
- gegrond op een juist oordeel, dat wat het goede is
- Het was een heel terechte opmerking.
Afgeleide begrippen
- terechtheid
Vertalingen
1. gegrond op een juist oordeel, dat wat het goede is
Bijwoord
terecht
- teruggevonden.
- Gelukkig is mijn telefoon weer terecht.
- op terechte wijze
- Hij heeft daar terecht een opmerking over gemaakt.
- bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
- terechtkomen: Daar komt niets van terecht.
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- weer terecht zijn
Gangbaarheid
- Het woord terecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'terecht' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.