temperament
Nederlands
Woordafbreking
- tem·pe·ra·ment
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans of Latijn, in de betekenis van ‘gemoedsaard’ voor het eerst aangetroffen in 1634 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | temperament | temperamenten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
temperament o [3]
- een aantal persoonlijkheidskenmerken die tot de aanleg van een individu behoren
- vurigheid
Gangbaarheid
- Het woord temperament staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'temperament' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.