telewerken
Nederlands
Woordafbreking
- te·le·wer·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
telewerken |
telewerkte |
getelewerkt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
telewerken
- inergatief thuis werken met behulp van een computeraansluiting met het bedrijf
Gangbaarheid
- Het woord telewerken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.