teler
Nederlands
Woordafbreking
- te·ler
Zelfstandig naamwoord
teler m
- (beroep) iemand die zich bezighoudt met verbouwen van bloemen, planten, fruit enz
- De telers maakten zich zorgen over de gestegen energiekosten.
Hyponiemen
- druiventeler, groenteteler, tabaksteler
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord teler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'teler' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.