teleprompter
![](../I/m/Ferguson%2C_Day_4%2C_Photo_23.png)
1. Verslaggever gebruikt een teleprompter (VS, 2014).
Nederlands
Woordafbreking
- te·le·promp·ter
Woordherkomst en -opbouw
- van Engels teleprompter [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | teleprompter | teleprompters |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
teleprompter m
- (media) voor de kijker onzichtbaar scherm waarop regel voor regel de tekst van een nieuwslezer of spreker verschijnt
Gangbaarheid
- Het woord teleprompter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Engels
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ˈtɛləˌpɹɑmptəɹ/
Woordherkomst en -opbouw
- van de oorspronkelijke merknaam TelePrompTer
, op te vatten als afgeleid van prompter zn "souffleur" met het voorvoegsel tele-
enkelvoud | meervoud |
---|---|
teleprompter | teleprompters |
Overerving en ontlening
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.