tekstueel
Nederlands
Woordafbreking
- tek·stu·eel
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘de tekst betreffend’ voor het eerst aangetroffen in 1865 [1]
- afgeleid van tekst met het achtervoegsel -eel [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | tekstueel | tekstueler | tekstueelst |
verbogen | tekstuele | tekstuelere | tekstueelste |
partitief | tekstueels | tekstuelers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
tekstueel
- met betrekking tot de tekst
- woordelijk, letterlijk, zoals de tekst vermeld
Gangbaarheid
- Het woord tekstueel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tekstueel' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.